

Iemand 'Onwaardig' om te erven?
De wet bepaalt in een aantal bijzondere gevallen dat een erfgenaam niet van de overledene mag erven, of met andere woorden: onwaardig is om te erven. Een onwaardige erfgenaam krijgt dus niets terwijl een onterfde erfgenaam nog de helft van het erfdeel (en schenkingen) kan erven. De wet somt vijf gevallen op:
Van rechtswege zijn onwaardig om uit een nalatenschap voordeel te trekken:
-
a. hij die onherroepelijk veroordeeld is ter zake dat hij de overledene heeft omgebracht, heeft getracht hem om te brengen, dat feit heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen;
-
b. hij die onherroepelijk veroordeeld is wegens een opzettelijk tegen de erflater gepleegd misdrijf waarop naar de Nederlandse wettelijke omschrijving een vrijheidsstraf is gesteld met een maximum van ten minste vier jaren, dan wel wegens poging tot, voorbereiding van, of deelneming aan een dergelijk misdrijf;
-
c. hij van wie bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vastgesteld dat hij tegen de erflater lasterlijk een beschuldiging van een misdrijf heeft ingebracht, waarop naar de Nederlandse wettelijke omschrijving een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste vier jaren is gesteld;
-
d. hij die de overledene door een feitelijkheid of door bedreiging met een feitelijkheid heeft gedwongen of belet een uiterste wilsbeschikking te maken;
-
e. hij die de uiterste wil van de overledene heeft verduisterd, vernietigd of vervalst.
Over de onwaardigheid van een erfgenaam wordt soms geprocedeerd. In een zaak waarbij een verdachte van een moord in de cel naar aanhouding voor dit feit zelfmoord pleegt is de vraag hoe om te gaan met de eis 'onherroepelijk veroordeeld'. Een overleden verdachte kan namelijk op grond van het strafrecht niet worden veroordeeld en dan kan er niet meer een 'onherroepelijke veroordeling' volgen. De Rechtbank te Middelburg komt in die zaak tot de volgende conclusie:
"Onder omstandigheden kan vererving door een erfgenaam zo stuitend zijn dat het onaanvaardbaar is voor het rechtsgevoel om hem als erfgenaam toe te laten. De rechtbank is van oordeel dat zich in casu een dergelijke situatie voordoet. Aan de hand van de inhoud van de gedeponeerde processen-verbaal staat voldoende vast dat [N.] [H.] opzettelijk van het leven heeft beroofd. De erven [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] komen in hun conclusie van dupliek ook niet terug op hun aanvankelijke betwisting van dit feit. Hierdoor heeft [N.] jegens [H.] op dusdanige wijze gehandeld dat het voor het rechtsgevoel onaanvaardbaar is om hem als haar erfgenaam toe te laten.
Ook in het licht van voornoemd rechtsbeginsel dat men geen voordeel behoort te hebben van de opzettelijk veroorzaakte dood van een ander, zou het uitoefenen van zijn rechten als erfgenaam bij versterf door [N.] onder de omstandigheden van dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een onaanvaardbaar resultaat opleveren.
De omstandigheid dat [N.] inmiddels zelf niet meer leeft doet niets af aan de conclusie dat een voor het rechtsgevoel onaanvaardbare situatie het gevolg is van de toepassing van het erfrecht in casu."
De erfenis ging in dit geval niet naar de erfgenamen van de moord-verdacht die daarna zelfmoord pleegde. Alleen in het geval de overledene de verdachte uitdrukkelijk heeft vergeven kan hij of zij toch erven van overledene. Heeft u ook een probleem met de afwikkeling van de erfenis? Neem dan vrijblijvend contact op met JuristBrabant.nl/JuristErfrecht.nl. Als u op het logo van de Rechtspraak klikt kunt u de gehele uitspraak lezen. Overigens is het ook mogelijk om de onwaardige erfgenaam ondubbelzinnig te vergeven voor zijn daden. Klik op de foto voor een uitspraak hierover.
Deze website wordt mede mogelijk gemaakt door ExpertErfrecht.nl en SpecialistErfrecht.nl.