top of page

Zorgplicht bank voor vermogen van minderjarige

 

Vader overlijdt en laat als erfgenaam achter zijn 12-jarige zoon. In het testament van vader is een beschermingsbewind opgenomen over de miljoenen die vader voor zoon achterlaat. Tot een leeftijd van 25 jaar zullen de bewindvoerders voorzichtig dienen om te gaan met het vermogen van de minderjarige erfgenaam. Er zou daarom defensief belegd moeten worden. Het testament is goed, maar de bewindvoerders maken misbruik van het in hen gestelde vertrouwen. Eén van de bewindvoerders was namelijk ook directeur van een beleggingsinstelling. Op verzoek van die bewindvoerder werd er in korte tijd €4.000.000,- overgemaakt naar zijn beleggingsinstelling. De beleggingsinstelling gaat failliet. Is de bank aansprakelijk voor deze ellende? 

 

De rechter legt de situatie verder uit en komt tot een oordeel:

"Aan de hand van de formulieren voor de telefonische spoedopdrachten respectievelijk de afschrijvingen van de corresponderende bedragen op de dagafschriften, is eenvoudigweg vast te stellen, dat mevrouw [C] die opdrachten van de bewindvoerders terstond en -kennelijk- klakkeloos heeft uitgevoerd.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat binnen bankinstellingen als de Friesland Bank en daarmee te vergelijken financiële instellingen, de gebruikelijke toetsingskaders (aan beleggingsprofiel) en andere controlemechanismes (grotere bedragen c.q. overtrekken debetstand) middels toepassing van dergelijke telefonische spoedopdrachten gemakkelijker te omzeilen zijn althans die toetsing of controle veel marginaler en (soms) alleen achteraf wordt uitgeoefend.
De rechtbank ziet hier een duidelijk verband met het feit dat de bewindvoerders beiden tot betrekkelijk kort voor de aanvang van de bewindvoering in dienst van de Friesland Bank zijn geweest en mitsdien de interne werkwijze van de Friesland Bank kenden en mogelijk ook gebruik hebben gemaakt van bij het personeel van de Friesland Bank, althans 
mevrouw [C] in hen bestaand vertrouwen.

Conclusie
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat de Friesland Bank jegens [B] is tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens [B] en daarmede aansprakelijk is voor de door [B] geleden schade. Daarmede heeft Friesland Bank de litigieuze onttrekkingen door de bewindvoerders aan het vermogen van [B] mogelijk gemaakt en is Friesland Bank gehouden de daardoor ontstane schade voor [B] te vergoeden in de zin dat Friesland Bank het risico van oninbaarheid bij Reggehuys Management B.V. van die onttrekkingen heeft te dragen.

 

De bank moet dus de schade van € 4.000.000,- aan de 12 jarige erfgenaam vergoeden. Heeft u hulp nodig bij de afwikkeling van een erfenis waarin fouten zijn gemaakt? Neemt u dan vrijblijvend contact op met JuristBrabant.nl. Als u op het logo klikt kunt u de uitspraak van de rechter na lezen.

bottom of page